Vanaf 1 januari gaat de Belastingdienst weer controleren op schijnzelfstandigheid, zoals vastgelegd in de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). Linda Verbunt, director Legal, Compliance and Operations bij The Specialist Group (TSG), benadrukt dat opdrachtgevers én zelfstandigen goed voorbereid moeten zijn.
“Het is cruciaal om zzp’ers helder te informeren, zodat ze een bewuste keuze kunnen maken over hun werkvorm.”
De Wet DBA is in 2016 ingevoerd en stelt de markt verantwoordelijk voor het juist kwalificeren van de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Hoewel de wet niet wordt aangepast, zal de Belastingdienst strikter handhaven op het naleven van de regels. We hebben daarom al enige tijd processen ingericht om de relaties met zelfstandigen te toetsen. Daarbij speelt het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad een belangrijke rol. “Dat arrest biedt concrete handvatten om te bepalen of een opdracht op zelfstandige basis kan worden uitgevoerd,” legt Linda uit.
We gebruiken de negen criteria uit het arrest om opdrachten te beoordelen en werkt daarbij nauw samen met de eindklant. “We bespreken met klanten welke vorm het beste past bij de specifieke opdracht,” aldus Linda. “Daarnaast hebben we al een analyse uitgevoerd voor de duizend zzp’ers die via ons werken. We zien het als onze verantwoordelijkheid om deze relaties zorgvuldig in te richten en hebben compliance hoog in het vaandel staan. Maar het is en blijft een gezamenlijke inspanning, waarbij zowel de klant als de zelfstandige een belangrijke rol speelt.”
“Het arrest biedt belangrijke handvatten, maar alle feiten en omstandigheden van een specifieke situatie moeten worden meegewogen. Deze holistische benadering biedt ruimte voor interpretatie en leidt daardoor soms tot een grijs gebied,” legt Linda uit.
Om de complexiteit beter inzichtelijk te maken, is een zogenoemd stoplichtmodel ontwikkeld. “Wanneer een opdracht een hoog risico op schijnzelfstandigheid heeft, geven wij rood licht. In dat geval adviseren we om de opdracht anders in te richten of te kiezen voor een arbeidsovereenkomst. Staat het licht op groen, dan kan de opdracht zonder problemen door een zzp’er worden uitgevoerd”, vertelt Linda. “Deze aanpak draagt niet alleen bij aan compliance, maar stelt zzp’ers ook in staat om hun eigen situatie opnieuw te evalueren.”
Een veelvoorkomend knelpunt is de mate van inbedding van het werk binnen een organisatie. “Zodra iemand door de poort loopt, vinden eindklanten het toch belangrijk dat iemand zich thuis voelt. Wanneer een zzp’er dezelfde werkkleding draagt, meedoet aan teamuitjes of gebruikmaakt van een bedrijfs-e-mailadres, vervaagt het onderscheid tussen zelfstandige en werknemer. Het is belangrijk om deze signalen te herkennen en waar nodig aan te passen, zodat de zzp’er duidelijk en zichtbaar als zelfstandige opereert.”
De duur van een opdracht kan ook bepalend zijn. “Specialistisch werk dat tijdelijk van aard is en dat buiten de kernactiviteiten van een organisatie valt, kan doorgaans goed door een zzp’er worden uitgevoerd,” zegt Linda. “Maar langdurige samenwerkingen kunnen in de gevarenzone komen. Als iemand meerdere jaren op rij voor dezelfde eindklant werkt, moeten we kritisch kijken of dat nog past binnen de gestelde kaders.”
Goed communiceren met klanten en zzp’ers is essentieel, benadrukt Linda. “We investeren daar veel tijd in, omdat compliancy een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Als zzp’ers langdurig voor dezelfde eindklant werken of werk uitvoeren dat onderdeel is van het vaste bedrijfsproces, is het belangrijk om samen het gesprek aan te gaan en een passende oplossing te vinden. Daarbij is de betrokkenheid van de eindklant cruciaal.”
Linda verwacht dat veel opdrachten na toetsing geschikt blijven voor zzp’ers, maar ook dat de tijdsduur van de samenwerking in veel gevallen een doorslaggevende rol zal spelen. “Wanneer een opdrachtgever voor een nieuw project dezelfde zzp’er wil inzetten, zullen we vaker adviseren om een andere specialist in te schakelen, afhankelijk van de omstandigheden. Er zijn situaties waarin een zzp’er keer op keer wordt gevraagd vanwege specialistische kennis, en dat hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Maar we moeten per geval toetsen of dit past binnen de Wet DBA of dat er risico’s ontstaan, bijvoorbeeld door de duur van de samenwerking. Twee opeenvolgende projecten van drie jaar zijn al snel te lang,” legt Linda uit.
TSG en haar labels organiseren seminars en webinars om zzp’ers en eindklanten beter te informeren over de Wet DBA en de impact ervan. “We willen zelfstandigen in staat stellen hun eigen situatie te beoordelen,” benadrukt Linda. “Het is mooi om te zien dat zzp’ers ons nu vaker benaderen voor advies. Dit leidt soms tot een bewuste keuze voor een andere opdracht of een overstap naar loondienst. Dat proces willen wij graag stimuleren, omdat we als partner niet alleen wil meedenken met onze opdrachtgevers, maar ook wil klaarstaan voor de specialisten. Samen bouwen aan een sterke keten en een verbindende kracht zijn.”